RONDJE CHIMBORAZO
Blijf op de hoogte en volg Ko en Marijke
04 Februari 2015 | Ecuador, Riobamba
We rijden stroomopwaarts tot aan de “intake”. Hier splitst een irrigatiekanaal zich af van de rivier en duikt gelijk een tunnel in om aan de andere kant van de berg weer tevoorschijn te komen. Het kanaal voorziet een groot landbouwgebied van water. Helaas zit er niet altijd genoeg water in de Ambato rivier.
De provincie wil dit probleem oplossen door sprinkler en druppel irrigatie te promoten. Daarmee wordt het waterverbruik een factor 3 kleiner. Daarnaast heeft de provincie bovenstrooms twee dammen aangelegd. Hiermee wordt de hoeveelheid water in de rivier gereguleerd.
We verlaten de loop van de Ambato rivier en klimmen hoger en hoger tot we bij één van die dammen arriveren. De Presa Mulacorral, gelegen in een affluent van de Ambato. De weg ernaar toe voert door oneindig steile, overal begraasde en bebouwde hellingen. Kleine vervallen boerderijtjes. Hooibergen. Koeien.
We geven een lift aan een oudere indigena mevrouw. Ze heeft een plastic zak over haar hoed gedaan. Het is mistig, het regent.
Volgens Gerben trekken veel jongeren hier weg . Er stroomt geld vanuit de steden, de VS en Spanje naar dit gebied toe. Hierdoor zou de druk op de grond weleens kunnen afnemen. Dat die druk móet afnemen zien we als we op weg naar de dam de Páramo bereiken.
De Páramo is bij dit mistige, regenachtige weer voorwereldlijk. Grasachtige pollen, mosvelden, veen. Alles vochtig, nat, druipend, zompig. Gekromde polylepis bomen. De zwarte bast hangt in rafels aan de takken. Ik heb het idee dat er ieder moment een dinosaurus uit de nevelslierten tevoorschijn kan komen.
De Páramo begint op 3.600 – 3.800 meter en strekt zich uit tot de sneeuwgrens. Bij wet is de Páramo beschermd gebied. Het is verboden hier te wonen, de grond te bewerken of te laten begrazen. Dit om de grondlaag te behouden.
Die grondlaag, tot enkele meters dik, fungeert als spons en reguleert de toevoer van water naar lagere gebieden. Als deze waterbuffer verdwijnt is droogte het gevolg. Hoe een droge Páramo eruit ziet zien we als we, via een 4.000 meter hooggelegen weg de Chimborazo verder “rechtsom”ronden.
Plotseling verandert het landschap totaal. De berghelling wordt kaal, droog, stoffig. Een soort maanlandschap. We bevinden ons in de Arenal. Mistig is het nog altijd. Uit de mist doemen reebruine, lama-achtigen op. Eerst zien we er één, dan een groep. Als de mist even wegtrekt blijkt de hele kolossale berghelling ermee bezaaid te zijn. Vicunas!
Het verhaal gaat dat na het sluiten van de vrede (1998) de president van Peru een aantal vicunas schonk aan Ecuador. De vicunas vermeerden zich explosief hier op de hellingen van de Chimborazo. Peru heeft Ecuador een plaag cadeau gedaan.
Via het bezoekerscentrum rijden we verder, hoger en hoger, over de zwarte hobbelrotsen. Enkele jonge, goed ingepakte lifters in de achterbak. Tot aan El Refugio. Deze berghut ligt op 4.800 meter. We nemen koffie. Irene drinkt coca thee. We lopen nog ietsje verder tot de eerste sneeuw.
Gerben vertelt dat zo’n 15 jaar geleden El Refugio aan de sneeuwgrens lag. Door klimaatverandering kruipt die grens omhoog. Ook in de Andes. Er zijn mensen die naar de top lopen (6.310 meter). Wij keren terug.
Via Riobamba (2.900 meter) maken we de cirkel rond. Het is avond als we weer in Ambato zijn (2.600 meter). Irene maakt een foto van de bijna volle maan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley